Steintryggur, Lay Low, Ghostigital, Helmus & Dalli, Stilluppsteypa
Noordelijke wansmaak / Nordic Bad Taste
Paleis voor Schone Kunsten, Brussel - 30 april 2008
Tom Weyn
A short English abstract of this Review of Tom Weyn by Wim Van Hooste
The evening in one word: absurd. Typical about this night: sometimes one could laugh. It is not all serious in Iceland, unlike the most famous Icelandic music that is known abroad.
Highlight of the performance of Stilluppsteypa was the hair combing of a member of the duo.
The performance of Helmus & Dalli, a trio made of a screamer, a guitarist and a DJ, was so bad, that is was good in its own way.
Ghostigital gig was barely "music": a beat with too much noisy electronics by Ben Frost & the chaotic screaming of Einar Örn.
Lay Low was the healer with her naked songs.
Steintryggur performance was good, the only group with a "familiar Icelandic sound".
Tom Weyn went home with mixed emotions: this evening smashed his idyllic image of the country and her music.
Op deze vijfde avond van Iceland Airwaves stonden geen gevestigde waarden op het programma. Het werd een gevarieerde ontdekkingsreis en deze keer niet enkel doorheen de muziek waarvoor Einar Örn Benediktsson (The Sugarcubes) verantwoordelijk was. Benediktsson werd namelijk bijgestaan door Sjón, die het literaire gedeelte voor zijn rekening nam. Maar ook daarmee was de kous nog niet af: performances, video en kunst, we vonden het allemaal terug in de Bozar. De avond samenvatten in één woord is nochtans gemakkelijk: absurd.
Het begon al toen we door de gangen van de Bozar liepen: een dolgedraaide IJslander op rollerskates reed luid brullend van de ene kant naar de andere kant. Want ook dit typeerde deze avond: er mocht al eens gelachen worden. Het gaat er daar in het hoge Noorden heus niet altijd zo serieus aan toe als de bekendste muziek uit het land doet uitschijnen. Ook tijdens het literaire gedeelte konden we een lach niet onderdrukken wanneer we bijvoorbeeld Örvar Smárason of Eirikur Örn Nordahl aan het werk zagen. En dan hebben we het nog niet over het bevreemdende rapintermezzo van Byrkir. Dat zowat alles zich in het IJslands afspeelde, zal daar ongetwijfeld voor een groot stuk mee te maken gehad hebben.
Over naar de muziek dan. De eerste groep die we te zien kregen, was Stilluppsteypa, al leek het concept ‘optreden’ dit duo ietwat vreemd. Geen instrumenten, enkel elektronica en met hun droomachtige soundscapes moesten we dan ook gauw denken aan Four Tet. Jammergenoeg kwam het allemaal nogal makkelijk over - het was lang geleden dat we nog eens gedacht hebben dat we het zelf even goed zouden kunnen - en was het optreden zo saai dat we het kammen van het haar van een van beide heren als hoogtepunt noteerden.
Wat daarna volgde, tartte alle verbeelding. Helmus & Dalli had zich in walgelijke verkleedkostuums gehesen en bestond uit een zanger/bruller, een gitarist en een DJ. Af en toe werd iemand anders het podium opgesleurd om wat mee te zingen, brullen of dansen en het geheel was zo slecht dat het weer goed werd. Gedurende een half uurtje hoorden we dan ook alle mogelijke muziekgenres passeren. Duidelijk werd echter wel dat de show hier prioritair was en de muziek naar de tweede plaats geschoven werd.
Net wanneer we dachten dat het ergste nu wel achter de rug was, beklom Ghostigital het podium. Wat we hoorden was bezwaarlijk muziek te noemen. Hier en daar hoorden we nog een behoorlijke beat, maar het merendeel van de “nummers” werd verziekt door de ruizige laag die elektronica-adept Ben Frost er overheen goot en vooral door het chaotische en geïmproviseerde geschreeuw van onze gastheer Einar Örn. Deze drie kwartier doorkomen, was dan ook een bijzonder zware opdracht.
Gelukkig was er Lay Low die onze ziel en vooral oren wat wist te helen. Lay Low is de 24-jarige Lovisa Elisabet en is in haar thuisland ontzettend populair met haar naakte blues- en folknummers. De jonge IJslandse beschikt over een uitzonderlijk paar stembanden en houdt daarmee het midden tussen Feist, Joanna Newsom en Carla Bruni. Solo op akoestische gitaar bracht ze op het eerste gehoor eenvoudige Engelstalige liefdesliedjes. Opvallend was dat nummers als Please Don’t Hate Me onmiddellijk vertrouwd in de oren klonken. Een ontdekking.
Ook het aparte gezelschap van Steintryggur wist veel goed te maken. Met enkel percussie, elektronica en enkele bevreemdende geluidjes als instrumentarium kwam het gezelschap heel vernieuwend en beklijvend uit de hoek. Steintryggur was bovendien de enige groep van de avond die aansluit bij de IJslandse muziek die we het best kennen. Samen met Lay Low was het bovendien de enige groep die zichzelf serieus leek te nemen, wat we een aangename verwelkoming vonden na zoveel absurditeit. Zonder meer het hoogtepunt van de avond.
We hadden niet verwacht dat we ‘An Edgy Evening of Bad Taste’ zo letterlijk mochten nemen. Er werd werkelijk alles aan gedaan om ons te laten kennismaken met de “slechte” dingen uit het haast mythische land. En dus gingen we met een gemengd gevoel naar huis. Wat moet een mens dan ook denken wanneer het idyllische beeld dat hij van een land en haar muziek had, op één avond aan diggelen geslagen wordt?
Source: http://damusic.be/reportage/1190